WESTNIJLVIRUS EN DENGUE IN OPMARS IN EUROPA: ZO KAN JE JE ERTEGEN BESCHERMEN ALS JE DEZE ZOMER NAAR HET ZUIDEN TREKT

In 2023 werden er in de hele Europese Unie 130 lokale besmettingen van dengue (of knokkelkoorts) vastgesteld. Ter vergelijking: voor de hele periode van 2010 tot 2021 waren het er nog maar 73. En het belooft dit jaar nog harder te gaan, want nu al rapporteren verschillende Europese landen hogere aantallen lokale besmettingen dan vorig jaar.

Het is maar 1 voorbeeld van hoe snel tropische ziekten zich momenteel vestigen in Europa. Ook het westnijlvirus zit in de lift. Het aantal lokale besmettingen lag vorig jaar weliswaar lager dan in 2022 (713 tegenover 1.133), maar de regionale verspreiding van het virus zelf piekt opnieuw, na enkele mindere jaren. Het komt nu voor in 123 regio's in 9 EU-landen.

Dat het hier om lokale besmettingen gaat, is van bijzonder belang. Het betekent immers dat die besmetting in Europa zelf plaatsvond, in plaats van dat een besmette reiziger die meebracht naar huis. Die tropische ziekten worden dus steeds meer "inheemse" Europese ziekten.

Het muggenseizoen wordt langer

De oorzaak van die toename? Tropische steekmuggen die zich steeds beter voelen in onze streken.

Vroeger belandde er ook wel eens een Aziatische tijgermug (aedes albopictus) of gelekoortsmug (aedes aegypti) in Europa met de vrachtwagen of het vliegtuig. Maar die legde dan steevast het loodje tijdens de winter. Nu de Europese winters milder worden en de zomers warmer, overleven die muggen steeds gemakkelijker. Zo zijn er nu populaties die zichzelf in stand kunnen houden in het zuiden van Europa. Die breiden zich jaar na jaar verder uit naar het noorden, het westen en het oosten.

Bij ons is de Aziatische tijgermug al aangetroffen, die dengue, chikungunya en zika kan verspreiden. Maar ze overwintert voorlopig nog niet. In onze buurlanden Duitsland en Frankrijk is dat wel al het geval.

De gelekoortsmug is dan weer terug van weggeweest. Die was in de jaren '60 verdwenen in Europa, maar heeft nu opnieuw voet aan de grond gekregen in Cyprus. Het ECDC noemt zijn terugkeer "onrustwekkend" omwille van "zijn voorkeur om mensen te steken" en omdat hij erg gemakkelijk ziekten verspreidt.

"Meer en meer Europese regio's worden getroffen, en dat voor langere duur", zegt Andrea Ammon, directeur van het ECDC. "De klimaatverandering draagt bij tot gunstigere omstandigheden voor steekmuggen." Daarmee bevestigt het ECDC de vaststelling van Belgische wetenschappers dat de klimaatverandering de hoofdoorzaak is van de opmars van het westnijlvirus in Europa.

In Zuid-Europa begint het muggenseizoen nu al vroeger en eindigt het ook later. Zo werd er in de Spaanse stad Sevilla dit jaar al in maart een geval van westnijlvirus vastgesteld, terwijl het seizoen normaal pas van juni tot oktober loopt.

Reizigers

De opwarming van de aarde is een belangrijke oorzaak, maar niet de enige. Er wordt ook steeds meer naar onze streken gereisd vanuit tropische landen.

"In de eerste 3 maanden van 2024 reisden er 5,7 miljoen inwoners van landen met knokkelkoorts naar Europa. Dat is meer dan de helft van de vorige jaren, en dat op 3 maanden tijd", schetst Celine Gossner, expert opkomende ziekten bij het ECDC. Ook het internationaal vrachtvervoer neemt toe, waardoor steeds meer tropische muggen kunnen meereizen.

Dat vergroot allemaal de kans dat tropische virussen geïmporteerd worden. Daardoor stijgt op zijn beurt de kans op een plaatselijke uitbraak, bijvoorbeeld wanneer een reiziger na thuiskomst gestoken wordt door een mug die de besmetting vervolgens doorgeeft op een lokale inwoner. Dat hoeft niet eens een tropische mug te zijn. Ook onze eigen gewone steekmug (culex pipiens) kan drager zijn van het westnijlvirus. 

Voorzorgsmaatregelen

Het ECDC organiseerde vandaag een persconferentie om te waarschuwen voor die sterke toename van tropische ziekten. Daar vroegen vooral Spaanse en Portugese journalisten zich af wat dit zou kunnen betekenen voor de toekomst. Op het Iberisch schiereiland, en zeker in Spanje, heeft de tijgermug nu al stevig voet aan de grond gekregen.

Zeker is dat er meer en meer regio's in Europa geschikt zullen worden voor de tijgermug. En het is waarschijnlijk onmogelijk om de trend nog om te keren. Het zal zaak zijn om de verspreiding zo veel mogelijk te vertragen.

De nationale overheden zullen de huidige muggenpopulaties daarom zo goed mogelijk moeten monitoren en tijdig bestrijdingsmaatregelen treffen. Dat kan door op broedplaatsen stilstaand water te verwijderen uit containers, bloempotten of autobanden. Het kan echter ook door op grote schaal steriele mannetjesmuggen op te kweken, of door bestrijdingsmiddelen in te zetten. Maar dat laatste heeft natuurlijk "een ecologische prijs", merkt het ECDC op.

Ook de medewerking van de bevolking is onontbeerlijk.

Reis je deze zomer naar een land waar nu al tropische muggen voorkomen? Dan kan je je zo beschermen:

  • Draag kleren die een groot deel van je lichaam bedekken, zoals een lange broek
  • Hang een muggennet boven je bed en gebruik muggenramen in vensters en deuren
  • Gebruik airconditioning in je slaapkamer
  • Gebruik muggenspray. Doe dat tijdens je reis, maar ook tot 3 weken na thuiskomst. Zo vermijd je dat je, als je toch besmet zou zijn, een virus verder doorgeeft. 

Hoe ernstig zijn die tropische virussen?

Koorts, hoofdpijn en malaise zijn de belangrijkste symptomen van muggenvirussen. Meestal merken besmette personen er echter niet veel van. Soms kan je er echter wel ziek van worden, en in uitzonderlijke gevallen ernstig (of zelfs dodelijk) ziek.

Knokkelkoorts of dengue is de vaakst voorkomende van die virussen. Een besmetting kan binnen de 2 weken uitmonden in rillingen, hoofd- en spierpijn, huiduitslag, misselijkheid, hoesten, keelpijn en smaakverandering. Maar in zeldzame gevallen kan het leiden tot hemorragische koorts, dat potentieel dodelijk is.

Ook van het westnijlvirus, dat westnijlkoorts kan veroorzaken, hebben de meeste mensen geen last. Toch ontwikkelt 1 op de 4 besmette personen binnen de 14 dagen klachten zoals hoofdpijn, spierpijn, koorts, huiduitslag of gezwollen lymfeklieren. De meeste mensen herstellen volledig. Bij 1 op de 100 besmette mensen, vooral bij ouderen, kan het leiden tot hersenvliesontsteking. In 2023 stierven er 67 Europeanen aan het westnijlvirus.

Er is voorlopig geen behandeling en ook geen vaccin voor mensen tegen westnijlvirus. Tegen knokkelkoorts bestaat er geen behandeling maar wel een vaccin dat beschermt tegen ernstige ziekte. Voor zika en chikungunya worden er momenteel vaccins ontwikkeld.

2024-06-11T13:21:42Z dg43tfdfdgfd