MOORD OP ILSE UYTTERSPROT ZETTE PROBLEMATIEK PIJNLIJK OP DE KAART: DE ONTHUTSENDE CIJFERS VAN PARTNERGEWELD IN ONS LAND

Bijna 50.000. Zoveel aangiften waren er in 2021 van intrafamiliaal geweld bij de politie. En dat is een zware onderschatting van het werkelijke aantal, want veel slachtoffers durven de stap naar de politie nooit te zetten. Nu het proces over de moord op Ilse Uyttersprot volgende week start, zetten we de cijfers op een rij. En we lijsten op wat je kan doen als je een slachtoffer bent of kent.

Volgende week start het proces over de moord op Ilse Uyttersprot. Op 4 augustus 2020 werd ze op gewelddadige manier om het leven gebracht door haar toenmalige partner Jurgen Demesmaeker. Hij was allesbehalve een onbekende voor het gerecht. In 2000 werd hij veroordeeld voor slagen en verwondingen aan zijn toenmalige partner. In 2014 hetzelfde verhaal, opnieuw een veroordeling voor intrafamiliaal geweld, belaging en stalking van zijn toenmalige partner. De dood van Ilse Uyttersprot in 2020 zette het probleem van partnergeweld dus opnieuw pijnlijk op de kaart. 

Want de cijfers in ons land zijn onthutsend. Vorig jaar waren er 60.000 politie-interventies die verband houden met partnergeweld, dat zijn er maar liefst 164 per dag. In 2021 (de laatst beschikbare cijfers) ontving de politie 48.325 aangiften van intrafamiliaal geweld, het leeuwendeel gebeurde tussen partners. Opvallend: over de jaren heen blijft dat aantal relatief stabiel, het stijgt noch daalt nauwelijks. Al nemen de risicofactoren wel toe, vertelt Nienke Scholten, die bij de politie werkt rond het thema. "De afgelopen jaren hadden we corona, maar ook de economische crisis. Dat weegt op gezinnen." 

Onder intrafamiliaal geweld verstaat de wet iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van eenzelfde familie. Partnergeweld is een onderdeel van intrafamiliaal geweld, hier gaat dan specifiek over fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen echtgenoten of personen die samenleven of samengeleefd hebben. 

Uit de criminaliteitsstatistieken van de federale politie blijkt dat het voornamelijk gaat over fysiek of psychisch geweld binnen het koppel. 

Die cijfers zijn bovendien nog maar het topje van de ijsberg. Daarnaast moet er ook rekening gehouden worden met een (groot) dark number. Geschat wordt dat één op de vijf gevallen níet gemeld wordt. Bovendien is het geweld zelden eenmalig. 

Helaas is geweld vaak zelfs niet het eindpunt. Uit parketcijfers blijkt dat 11 procent van de moorden/ zaken van doodslag/ vergiftiging en de pogingen daartoe gelinkt kan worden aan partnergeweld. 

Bij hulpverleners, politie en parket is er de afgelopen jaren ook hard gewerkt om iedereen op te leiden om op een juiste manier om te gaan met slachtoffers en/ of situaties. "We verwachten veel van agenten. Ze moeten van een caféruzie naar een verkeersongeval naar een verkrachting. Dat zijn verschillende protocollen, richtlijnen, competenties. Daar is heel fel aan gewerkt."

Het is ook absoluut niet zo dat politie en gerecht erop uit zijn om zoveel mogelijk daders zo zwaar mogelijk te straffen, zegt Veerle Cielen van het parket. "We zijn echt bezig met een aanpak op maat. De bedoeling is vooral: zorgen voor veiligheid en het geweld stoppen. Als het nodig is, moeten we gaan voor veroordeling, maar dat zijn eigenlijk de uitzonderingen. We kunnen niet alle situaties voorkomen, maar hebben wel meer mogelijkheden om slachtoffers te beschermen."

Waarom is het zo moeilijk is om uit een relatie met mishandeling te geraken?

Maar waarom ga je dan niet gewoon weg bij je partner? Die vraag roept zich op, maar het is moeilijker dan dat. "Het duurt heel lang voor slachtoffers hulp durven te vragen, aan familie, buren, politie", zegt Sonja Cebulski van het Family Justice Center in Limburg.

In het centrum werken hulpverleners, politie en parket nauw samen in dossiers van partnergeweld of geweld binnen het gezin. Bij zo'n Family Justice Center wordt alle beschikbare informatie gebundeld, in één opslag kunnen ze dan zien wat er gaande is binnen een gezin. "Want elk gezin is maatwerk."

In 2021 stelden onderzoekers Kasia Uzieblo, Dagmar Stockman en Lesley Verhofstadt aan 294 vrouwelijke slachtoffers de vraag waarom ze bij hun gewelddadige partner bleven. Dit was de top 3:

  1. "Ik ben bang voor de veranderingen die een relatiebreuk met zich meebrengt" (74 procent)
  2. "Hem bij de politie aangeven, is zinloos" (73 procent)
  3. "Ik was overtuigd door de spijt en het gesmeek van mijn partner en ik dacht dat zijn gedrag zou verbeteren" (69 procent)

Uit onderzoek blijkt dat factoren als angstschaamteafhankelijkheid of een gebrek aan zelfvertrouwen een grote rol kunnen spelen. Slachtoffers hebben het idee dat niemand hen kan beschermen, dat ze geen sociaal vangnet hebben, hebben schrik voor méér geweld of geweld naar anderen (denk aan kinderen). "Het is niet simpel om te zeggen: ik ga mijn partner verlaten." Dat beaamt ook Nienke Scholten, die bij de politie werkt rond het thema.

"Een slachtoffer vindt niet altijd de kracht om de stap te zetten naar het onzekere. Vaak gaat er jarenlang geweld aan vooraf, vooraleer iemand de moed vindt. Ook al is het een rotsituatie thuis, je weet waar je aan toe bent. Als je partner thuiskomt, hoor je al of het een goede of slechte dag is. En als je die stap zet om het te doorbreken, weet je niet wat het gaat opleveren. Het is gewoon heel complex om te doorbreken."

Er is ook zoiets als het zogenaamde Stockholmsyndroom, waarbij een slachtoffer sympathie voelt voor de dader en waarbij het eigenlijk een soort overlevingsmechanisme is. "Een belangrijke dynamiek is dat de mishandelende partner doorgaans niet alleen slecht of gewelddadig is. Het slachtoffer weet dat er ook periodes van rust en geluk zijn. Die afwisseling van slechte en goede periodes maakt dat het voor het slachtoffer heel moeilijk is om weg te gaan", lezen we in een presentatie over het fenomeen. 

Ook het mechanisme van cognitieve dissonantie speelt een rol, wanneer je iets doet wat eigenlijk ingaat tegen je eigen overtuigingen. Het kan dan zijn dat je je eigen overtuiging aanpast, bijvoorbeeld door te benadrukken dat een dader het niet met opzet doet, dat ie een moeilijke jeugd had etc. Een slachtoffer kan ook zijn of haar eigen gedrag aanpassen, door bijvoorbeeld het contact met ouders te verbreken. 

Wat kan je doen als je een slachtoffer bent of kent?

De stap naar hulpverlening is heel erg belangrijk voor slachtoffers, maar het is allesbehalve evident om die te zetten. Wat kan je doen? 

Ik ben slachtoffer...

  • Praten is zeer belangrijk, dat zeggen alle professionals waar we mee gesproken hebben. "Het belangrijkste? Praat erover", klinkt het bij Sonja Cebulski van het Family Justice Center. "Het begint allemaal met het open te breken. Dat is niet evident, maar neem iemand in vertrouwen." Dat kan een familielid zijn, maar ook je huisarts of een vertrouwenspersoon. Je kan ook altijd bellen naar 1712, de hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling. "Het is een heel laagdrempelige telefoonlijn. Het is anoniem en staat niet op je telefoonrekening." Uiteraard kan je ook altijd terecht bij de politie, op het nummer 101. 

Ik ken een slachtoffer...

Vaak raken slachtoffers van partnergeweld geïsoleerd van vrienden en familie. Als je dat merkt, is het belangrijk om toch contact te proberen houden. Het CAW - Centrum Algemeen Welzijnswerk - heeft vijf tips opgelijst hoe je een slachtoffer kan ondersteunen of helpen

  • Laat weten dat je er bent, bied een luisterend oor zonder oordeel. 
  • Verwijs door naar professionele hulpverlening. 
  • Dring je mening over de gewelddadige partner niet op. Dat werkt averecht, want slachtoffers hebben dan de neiging om zich af te sluiten voor jou. En ze moeten zélf de stap zetten naar hulpverlening. 
  • Wees discreet en minimaliseer niet. 
  • Bij een noodgeval, moet je de politie contacteren op het nummer 101.

2023-05-27T04:17:40Z dg43tfdfdgfd