TREINEN REDEN DERDE MAAND OP RIJ STIPTER DAN JAAR EERDER

De stiptheid van de treinen is opnieuw boven het niveau van dezelfde maand vorig jaar uitgekomen, voor de derde maand op rij. Dat blijkt woensdag uit cijfers van spoorwegmaatschappij NMBS en spoornetbeheerder Infrabel.

In april kwam 89,6 procent van de binnenlandse reizigerstreinen op tijd of met een vertraging van maximaal 6 minuten aan in het eindstation of in Brussel, zo staat op de opendatawebsite van Infrabel. In april 2023 was dat 88,6 procent.

"Deze verbetering is grotendeels te verklaren door een vermindering van het aantal zeer grote incidenten, alsook door de daling van het aantal incidenten te wijten aan het rollend materieel", stelt NMBS in een persbericht. "Het aantal minuten vertraging dat toe te schrijven is aan NMBS, is met 30 procent gedaald in vergelijking met april 2023."

De spoorwegmaatschappij was in april verantwoordelijk voor 33 procent van de vertragingen en 39 procent van de afgeschafte treinen. Een jaar eerder was dat nog respectievelijk 41 en 47 procent. Het aandeel van Infrabel bleef ongeveer stabiel, op 17 procent. Het is vooral de categorie 'derden' die vaker aan de basis lag van vertragingen en afschaffingen (respectievelijk 45 en 41 procent). Het gaat dan bijvoorbeeld om spoorlopers, ongevallen aan overwegen en koperdiefstallen.

De stiptheid lag voor derde maand op rij hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van januari tot en met april bedroeg de stiptheid 88,7 procent, geeft NMBS nog mee. In dezelfde periode in 2023 was dat 88 procent. Over heel het jaar 2023 bedroeg de stiptheid 87,5 procent, het laagste niveau in vijf jaar.

Er waren in april voorts minder afgeschafte treinen dan een jaar eerder. Het waren er 3.386, of 3,5 procent van alle treinen. Indien de afgeschafte treinen meegeteld worden in de stiptheid, dan bedroeg die in april 87 procent (tegen 85,9 procent in april 2023).

2024-05-08T12:50:52Z dg43tfdfdgfd